Zomertijd
Sinds 1986 probeer ik de zomer- en wintertijden te begrijpen, en hoewel ik redelijk slim ben, lijken mijn hersenen er niet bij te kunnen. Waarschijnlijk omdat het tegen mijn natuur ingaat? Of ik ben lui en probeer ook absoluut geen poging in de goede richting te doen, zoals bij de klusjes in huis. Ik kan het best, maar zonder ook maar één poging te doen lukt natuurlijk nooit iets.
Ik snap dat jij je ezelsbruggetjes klaar hebt staan en ze graag deelt, iets met ‘een uur vooruit en een langere dag en eerder naar bed en zo en zo kun je dat onthouden en in de winter exact dat, maar dan andersom’. Toch is mijn brein in dit leven gewoon niet gemaakt om dit soort dingen te willen snappen. Net als een serveerster in een restaurant die laat weten dat er naast het menu ook buiten de kaart om diverse dingen te bestellen zijn. Ze legt dan iets uit over een schelvis en een soepje van ui maar mijn hersenen pakken ondertussen een fijne KLM vlucht richting Italië om daar in een prachtig kleurrijk veld een soort fotoshoot te doen. Nadat ze klaar is met haar uitleg denkt ze helemaal helder geweest te zijn omdat ik heel goed ben in aandachtig naar iemand staren en knikken, terwijl mijn ziel dus heel even ergens anders was. En dat is wat de zomer- en wintertijd uitleg met mij doet volgens mij, dus leg het allemaal ook alsjeblieft niet uit.
En dan heb ik het nog niet eens over de uitdagingen met jonge kinderen, want waar je na de donkere winterdagen eindelijk samen een choreografie voor elkaar lijkt te hebben, bestaande uit de juiste slaapjes, bedtijden en rustige wekkers in de ochtend, lijkt er qua regelmaat ineens een te vrolijke fanfareband naast de ontbijttafel te staan. Even wennen, en qua timing echt irritant.
Maar zoals je als trouwe subscriber weet, hou ik van deze periode, hou ik van de lente en bezoek ik in de weekenden zelfs kringloopwinkels. Dus er gaan veel dingen goed en we hebben zelfs ineens een uur meer in de dag zitten. Of minder? En is het vroeg in de ochtend nou lichter dan voorheen, of werd ik gewoon later wakker?
Hypotheekrenteaftrek, nog zoiets. Wat is dat eigenlijk en moet er dus meer afgetrokken worden?
Dag schaduw
Mijn meest recente huisgenoot, Bob (twee jaar), zit iedere ochtend weer zo vol met liefde, hij zegt zelfs zwaaiend zijn schaduw gedag. “Dag, schaduw.” Ik zit ook vol met liefde denk ik, maar kan het minder makkelijk vinden. Blij dat ik de komende tijd bij hem op les kan en mag.
Alleen,
Alleen, ik wil dus echt geen kluizenaar worden.
Ik heb een hobby in mijn top drie staan, en dat is helemaal alleen zijn. Dat betekent niet dat ik niet bij anderen wil zijn of een kluizenaar wil worden, want beide is mogelijk, denk ik. Er zijn wat mensen om mij heen die graag paardrijden, dat is een voorbeeld van een concrete hobby. Vragen over de specifieke activiteit worden niet echt gesteld, toch? Waar ga je paardrijden dan? Heeft het paard wel zin? Hoe lang duurt zo’n rit ongeveer en wat als ze gaat steigeren dan? Schrap dat paard uit het bovenstaande voorbeeld, en je hebt een goed beeld van wat ik soms dagenlang zou willen doen. Even mijzelf opzadelen en op pad, zonder dat dit bezwaarlijk aanvoelt. Dat is natuurlijk ook het voordeel van bijvoorbeeld hardlopen, waarbij je ‘ik moet echt z.s.m. alleen zijn’ verpakt in een populaire activiteit.
Ik zal de komende jaren een beetje moeten jongleren met het uitvogelen van de juiste balans. Na een periode vol luiers, veel werk en vroeg naar bed wil ik ook zo graag weer allerlei mensen opzoeken en bijpraten over de mooie dingen van het leven. Maar aan de andere kant is het ook een droom om een surprise party mee te maken waarbij iedereen thuis is gebleven en ik dolgelukkig met open mond in een lege Airbnb ergens diep in de natuur achterblijf.
Alleen, ik wil dus echt geen kluizenaar worden.
Hij doet niets hoor
Terwijl ik door de duinen sprint, rent een grote hond aan een lange lijn op mij af. Maar wat is groot? Mijn lengte is 1.90 meter, hoewel ik naderende obstakels ook groter kan maken dan ze werkelijk zijn. Het beest springt hard tegen mij op, waardoor ik stil kom te staan. Zijn baasje komt aanrennen en moet hard lachen. 'Hij doet dat altijd bij hardlopers, maar hij doet niets hoor’, zegt ze vrolijk. Nee mevrouw, dat begrijp ik, maar een pistool doet ook niets totdat iets hem weet te triggeren, vertel ik haar niet. ‘Voel mij niet aangevallen hoor,’ vertel ik haar glimlachend terwijl ik z’n zware voorpoten van mij afduw.
In gedachten scheur ik met 130 km/uur door haar doodlopende straatje terwijl ik uit het raam schreeuw dat ik niets doe hoor. Het is een lieve vrouw en de hond vast ook wanneer je beiden al jaren kent, maar plots overvallen worden tijdens het sporten, wekt agressie op. Bij een puppy kan ik nog vrolijk over hem of haar heen springen, om vervolgens mijn hardlooprondje voort te zetten. Dan schrik ik minimaal, net zoals je kunt schrikken van een knalerwt, gegooid door een jonge jongen dichtbij de ingang van het winkelcentrum. Overvallen worden door een forse hond is echter schrikken, net als opgelucht inchecken in je hotelkamer waarna de hotelbediende snel nog even een rotje de kamer in gooit. Mega onverwachts en onnodig.
De hond en zijn baasje vertrekken richting de horizon achter mij, op zoek naar nog een hardloper, en ik vervolg ook mijn route. Helemaal zen kom ik terug bij de auto en zie bijna 12 kilometer op mijn horloge staan. Zo’n tocht zou ik iedereen aanraden, even diep de natuur in, je hoofd legen en terugkomen met hopelijk een nieuw verhaal.